• lijn·co·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord lijncodering lijncoderingen
verkleinwoord - -

de lijncoderingv

  1. (communicatie) omzetting van een digitaal signaal in een afwisseling van amplitudes per tijdsblok zodat het zo goed mogelijk kan worden overgebracht, gelet op de specifieke eigenschappen van het fysieke kanaal en van de ontvangstapparatuur