lijkkleur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lijk·kleur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijkkleur | lijkkleuren |
verkleinwoord | lijkkleurtje | lijkkleurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- de grauw bleke keur van iemand die is overleden
- ▸ Iedereen weet dat polaroidfoto's snel verbleken. Iemand met een gezond, blozend uiterlijk krijgt al gauw een lijkkleur.[2]
Vertalingen
1. de grauw bleke keur van iemand die is overleden
Gangbaarheid
- Het woord lijkkleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925