• lig·plaats
enkelvoud meervoud
naamwoord ligplaats ligplaatsen
verkleinwoord ligplaatsje ligplaatsjes

de ligplaatsv / m

  1. een plaats waar iemand of iets ligt
    • Daar bevindt zich de openbare ligplaats. 
  2. een plaats waar een boot kan liggen
    • Ik kon nog net een goede ligplaats voor mijn boot in de jachthaven krijgen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]