lievelingsbeer
- lie·ve·lings·beer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lievelingsbeer | lievelingsberen |
verkleinwoord | lievelingsbeertje | lievelingsbeertjes |
de lievelingsbeer m
- meest geliefde (speelgoed)beer
- ▸ Eric nam de jongen mee naar Hagenbecks Zoo, waar de beren het meeste enthousiasme opwekten, vooral de jongen, hoewel de berenjongen in deze tijd van het jaar uitgegroeid waren tot reuzen vergeleken met zijn lievelingsbeer Ursus.[1]
- Het woord 'lievelingsbeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496