• licht·schijn·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord lichtschijnsel lichtschijnsels
verkleinwoord lichtschijnseltje lichtschijnseltjes

het lichtschijnselo

  1. de straling van een lichtbron
     De kapitein nam Pierre bij het lichtschijnsel op en werd kennelijk getroffen door het verslagen gezicht van zijn gespreksgenoot.[2]
     Volgens onderzoeksleider Christopher Conselice is het heel lastig om onderzoek te doen naar al die sterrenstelsels in het heelal. "Van het geschatte aantal van 2 biljoen kunnen we maar 10 procent onderzoeken. De rest van de stelsels ligt zo ver weg van de aarde dat het lichtschijnsel ervan onze planeet nog niet heeft bereikt."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Onderzoekers tellen minstens 2 biljoen sterrenstelsels in het heelal” (14-10-2016), NOS