lichaamsoppervlak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·chaams·op·per·vlak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lichaamsoppervlak lichaamsoppervlakken
verkleinwoord lichaamsoppervlakje lichaamsoppervlakjes

Zelfstandig naamwoord

het lichaamsoppervlako

  1. (wiskunde) het buitenoppervlak van het lichaam (=voorwerp)
  2. (anatomie) het buitenoppervlak van het met huid beklede lichaam
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid