levensvreugde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·vens·vreug·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensvreugde | levensvreugdes levensvreugden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het plezier dat men beleeft aan het in leven zijn
- wie of wat dat het leven vreugdevol maakt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord levensvreugde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “Levenslang voor Amerikaan die meisje ontvoerde en haar ouders vermoordde” (25-05-2019), NOS