levensmiddelenindustrie
- le·vens·mid·de·len·in·dus·trie
- samenstelling van levensmiddel zn en industrie zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensmiddelenindustrie | levensmiddelenindustrieën |
verkleinwoord |
de levensmiddelenindustrie v
- bedrijven die op industriële schaal voedingsmiddelen produceren
- ▸ Ondernemers zijn boos op de Consumentenbond. Natuurlijk is het geweldig als je product als beste wordt getest in hun gids. Maar tegenwoordig moet je flink betalen om het keurmerk van de bond te mogen gebruiken. En daar balen bedrijven flink van. De levensmiddelenindustrie heeft vandaag een brief naar de Consumentenbond gestuurd.[1]
- ▸ De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) sluit zich aan bij de COV. Voor fraude met voedsel bestaat geen enkel excuus en bedrijven die frauderen mogen geen deel meer uitmaken van de voedselketen, vindt de koepelorganisatie van bedrijven in de levensmiddelenindustrie. De FNLI benadrukt dat het daarom belangrijk is dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de namen van notoire overtreders openbaar maakt.[2]
- Het woord levensmiddelenindustrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Ondernemers boos op de Consumentenbond” (Woensdag 10 september 2014, 10:27), NOS
- ↑ Weblink bron “Vleessector wil schoon schip” (Woensdag 26 maart 2014, 12:32), NOS