levensloopregeling

  • le·vens·loop·re·ge·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord levensloopregeling levensloopregelingen
verkleinwoord - -

de levensloopregelingv

  1. (economie) een per 1 januari 2006 in Nederland ingevoerde fiscale regeling om het sparen voor een vervangend inkomen tijdens een periode van onbetaald verlof voordeliger te maken
    • - „Aanvankelijk kon ik daar, met enige omscholing, als manager op de afdeling uitkeringen aan de slag. Ik moest beoordelen welke mensen recht hadden op een uitkering en hoe we die vervolgens verder konden helpen. Later ben ik accountmanager geworden. Met mijn inkomen ben ik tevreden, ik kan ervan rondkomen. Bovendien krijg ik elk jaar een eindejaarsuitkering van ongeveer 2.289 euro en een levensloopregeling van 572 euro.[1] 
  1. NRC Liza Titawano 15 november 2016