• re·ge·ling

deregelingv [3]

  1. het in orde brengen, het geregeld worden of zijn
  2. geheel van voorschriften
  3. een combinatie van afspraken voor een bepaalde groep, schikking
    • Gelukkig is er een regeling voor subsidie aan jonge gehandicapten. 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]