leurhandel

Nederlands

leurhandel

Uitspraak

• Geluid:  leurhandel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• leur·han·del

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  leuren ww  en  handel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	leurhandel
verkleinwoord	leurhandeltje	leurhandeltjes

Zelfstandig naamwoord

de leurhandel m

1. straathandel; huis-aan-huis verkoop

   • Het platform 'Dag Zonder Krediet' pleit onder meer voor het verplicht maken van een grondige vorming voor de kredietbemiddelaars, het verbieden van leurhandel voor kredieten en het verplicht inrichten van ruimtes waar voor het toekennen van een krediet kan worden overlegd tussen beide partijen.  
   • De leurhandel in Brussel is streng gereglementeerd. Een leurderskaart voor vijf jaar kost 94 euro.  

Synoniemen

• colportage

Vertalingen

    1. straathandel   

Engels: doorstep canvassing (en),

Gangbaarheid

• Het woord leurhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leurhandel" herkend door:

50 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.