leugenfabriek
- leu·gen·fa·briek
- samenstelling van leugen zn en fabriek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leugenfabriek | leugenfabrieken |
verkleinwoord | - | - |
de leugenfabriek v
- instelling waar op grote schaal leugens worden gefabriceerd
- Wie afwijkt, vliegt de cel in. De waarheid stierf in Rusland, de leugenfabriek heerst. Trollenfabrieken verspreiden het nieuws dat Oekraïne in de greep is van nazi’s of een dreigende homodictatuur. [1]
- Het woord 'leugenfabriek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.