letten
Niet te verwarren met: Letten |
- let·ten
- In de betekenis van ‘verhinderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
letten |
lette |
gelet |
zwak -t | volledig |
letten
- ~ op: aandacht aan geven
- Waarop moet je letten als je een lening wilt afsluiten?
- ▸ Een complete tegenpool van deze ultra-lighter was Banjo die juist helemaal niet op gewicht lette.[2]
- beletten, tegenhouden
- Wat let je?
- letten op
vervoeging van |
---|
letten |
letten
- meervoud verleden tijd van letten
- Wij letten.
- Jullie letten.
- Zij letten.
- Wij letten.
- Het woord letten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "letten" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "letten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- let·ten
letten, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lette
- let·ten
Naar frequentie | > 50000 |
---|
letten, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lette
- let·ten
letten
- verouderde spelling of vorm van leten tot 2012
letten, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lette