verletten
- ver·let·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verletten |
verlette |
verlet |
zwak -t | volledig |
verletten [1]
vervoeging van |
---|
verletten |
verletten
- meervoud verleden tijd van verletten
- Wij verletten.
- Jullie verletten.
- Zij verletten.
- Wij verletten.
de verletten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord verlet
- Het woord verletten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verletten" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be