lerarenkamer
- le·ra·ren·ka·mer
- samenstelling van leraar en kamer met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lerarenkamer | lerarenkamers |
verkleinwoord | lerarenkamertje | lerarenkamertjes |
- (onderwijs) de kamer waar de leraren aanwezig zijn als ze op school zijn en geen les geven
- Het woord lerarenkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lerarenkamer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be