Nederlands

 
docentenkamer
Uitspraak
Woordafbreking
  • do·cen·ten·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord docentenkamer docentenkamers
verkleinwoord docentenkamertje docentenkamertjes

Zelfstandig naamwoord

de docentenkamerv / m

  1. de ruimte waarin leraren tijdens de pauzes verblijven; ruimte waarin in een schoolgebouw waarin studenten en leerlingen niet mogen komen
     Camera's in de kantine, de aula, de docentenkamer en in de klaslokalen. De Alkmaarse scholengemeenschap Jan Arentsz wordt binnenkort waarschijnlijk volgehangen met tientallen camera's voor de documentaireserie BNN @ School.[2]
     Belangrijker lijkt het feit dat op veel basisscholen vrouwen de overhand hebben. 57 procent van de meesters zegt zich wel eens alleen te voelen tussen al die vrouwen in de docentenkamer. "Mannen willen het over de 2-1 overwinning op Engeland van gisteravond hebben in de lerarenkamer, maar zitten daar vaak alleen", zegt Joran.[3]
     De studenten vonden in prullenbakken 50 portfolio's van studenten en naast het kopieerapparaat lagen cijfers en absentielijsten. Ook konden de studenten zonder problemen rondkijken in de docentenkamer, omdat de deur niet op slot bleek. Tot slot probeerden de studenten ook nog of de bewaking het zou opmerken als ze door het schoolgebouw zouden fietsen; dat gebeurde niet.[4]
  2. werkruimte van een docent
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Middelbare school wordt hoofdrolspeler in BNN-serie” (Woensdag 27 februari 2013, 14:43), NOS
  3.   Weblink bron “Mannen zijn een bedreigde soort op de basisschool” (Woensdag 30 maart 2016, 19:12), NOS
  4.   Weblink bron “Windesheim neemt maatregelen na filmpje studenten” (Zaterdag 13 augustus 2011, 13:10), NOS