lepelboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·pel·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lepel en boom [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepelboom | lepelbomen |
verkleinwoord | lepelboompje | lepelboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de lepelboom m
- (plantkunde) heideachtige plant van het geslacht Kalmia
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lepelboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.