Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lens·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lenskop lenskoppen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lenskopm

  1. de bolvormige bovenkant van een schroef
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be