leldikkop
- (IPA in voorbereiding)
- lel·dik·kop
- samenstelling van lel zn en dikkop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leldikkop | leldikkoppen |
verkleinwoord | leldikkopje | leldikkopjes |
de leldikkop m
- (zangvogels) Eulacestoma nigropectus een vrij kleine zangvogel uit het monotypische geslacht Eulacestoma . De vogel is endemisch in de berggebieden van Nieuw-Guinea
- Het woord 'leldikkop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.