legitimiteit
- le·gi·ti·mi·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legitimiteit | legitimiteiten |
verkleinwoord | legitimiteitje | legitimiteitjes |
de legitimiteit v
- (juridisch) overeenstemming met het geschreven recht
- het legitiem zijn, de wettigheid
1.
- Het woord legitimiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "legitimiteit" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be