legitimiteitscrisis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·gi·ti·mi·teits·cri·sis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord legitimiteitscrisis legitimiteitscrises
legitimiteitscrisissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de legitimiteitscrisisv

  1. situatie waarin bepaald gezag sterk verminderd is of veel mensen een heersende opvatting niet langer aanvaarden
     De premier erkende dat er veel onvrede bestaat over het tempo van de ontwikkelingen in de EU. (…) De Kamer moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en een stevig debat voeren over de legitimiteitscrisis.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kabinet wil dialoog met bevolking over Europa” (2 juni 2005) op nu.nl