leeftijdsgenoot
- leef·tijds·ge·noot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leeftijdsgenoot | leeftijdsgenoten |
verkleinwoord | leeftijdsgenootje | leeftijdsgenootjes |
de leeftijdsgenoot m
- iemand van ongeveer dezelfde leeftijd
- Ik wil meer jongeren interesseren voor politiek. Daar is mijn campagne op gericht. Ik denk zeker dat zij naar de stembus gaan, als zij zien dat ze op een leeftijdsgenoot kunnen stemmen is dat een extra stimulans.” [1]
- Voor Karen Loranc zit het toernooi er vroegtijdig op. De 16-jarige Enschedese strandde in de kwalificaties tegen Julia Vulpio, haar leeftijdsgenoot uit Frankrijk (6-2, 3-6, 6-4). [2]
- ,,Pubers hebben nu eenmaal de neiging het gevaar op te zoeken. Uit MRI’s blijkt dat het beloningscentrum in hun hersenen wordt geactiveerd door risico’s te nemen. Als een jongere door oranje rijdt terwijl er iemand kijkt, licht dat deel in zijn brein op. Mits de toeschouwer wel een leeftijdsgenoot is.” [3]
- Het woord leeftijdsgenoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Kelly Adams 20-03-18 Niek (17) uit Aadorp wil liever in gemeenteraad dan pizza’s bezorgen
- ↑ Tubantia Ferry de Goeijen 14-08-17 Loranc en Ter Maat stranden in kwalificaties Future Oldenzaal
- ↑ Tubantia Pam van der Veen 18-07-17 Geen haar beter dan je eigen puber