Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leef·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leefnet leefnetten
verkleinwoord leefnetje leefnetjes

Zelfstandig naamwoord

het leefneto

  1. (visserij) een langwerpig fijnmazig net met als doel de gevangen vis een poosje te bewaren, rond of vierkant van vorm met een gesloten bodem en een vernauwing aan de bovenzijde
    • Er wordt gevist op alle soorten vis, waarbij de totale lengte van de gevangen vis telt. Een leefnet is dus noodzakelijk. De visvijver bevat een diversiteit aan soorten vissen, zoals voorn, brasem, snoek, baars, karper, zeelt en kolblei. [1] 
    • De andere viswedstrijden georganiseerd door hengelvereniging Ons Vermaak vinden plaats op 5, 12 en 19 juni. Vissers moeten elke wedstrijd een half uur voor aanvang aanwezig zijn. Bovendien moet elke visser eigen hengel, aas en een leefnet meebrengen om de gevangen vis in te bewaren. [2] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen