Een lawine.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·wi·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘neerstortende sneeuw’ voor het eerst aangetroffen in 1774 [1]
  • uit het Duits Lawine[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord lawine lawines
verkleinwoord lawinetje lawinetjes

Zelfstandig naamwoord

de lawinev

  1. een sneeuwverschuiving op een berghelling
    • De lawine bedolf een deel van het dorp en eiste een groot aantal slachtoffers. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen