lastpak
- last·pak
- samenstelling van last en pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lastpak | lastpakken |
verkleinwoord | lastpakje | lastpakjes |
de lastpak m
- een lastig persoon
- Die lastpak heeft me nóg meer werk bezorgd.
- Het woord lastpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lastpak" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be