lariefarie
- Geluid: lariefarie (hulp, bestand)
- la·rie·fa·rie
- afleiding van larie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lariefarie | |
verkleinwoord |
- onzinnige flauwekul
- ▸ Ze waren nu allemaal zetter, lazen evengoed spiegelschrift, hadden wel een dik boek al gezet, als je maar de bladzijden wou tellen en daarom spraken zij er bijkans nooit meer over onderweg, thuis of bij je familie, want Koos zei dat 't allemaal lariefarie de boterdief was en dat je niet de menschen mocht vervelen.[2]
- Het woord 'lariefarie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Jaap” (1923), Saga, ISBN 9788728433294