lapzak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lap·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lapzak | lapzakken |
verkleinwoord | lapzakje | lapzakjes |
Zelfstandig naamwoord
de lapzak m
- kleine zak met reparatiewerktuigen bij de brandweer
- bedelaar, labbezak
- dronkelap
- zak waarin men drinken kan bewaren
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'lapzak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lapzak" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be