langeafstandsrelatie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  langeafstandsrelatie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lan·ge·af·stands·re·la·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  lange zn,   afstand zn  en  relatie zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	langeafstandsrelatie	langeafstandsrelaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de langeafstandsrelatie v

1. een relatie waarbij de partners op grote afstand van elkaar wonen

   ▸ Dat een langeafstandsrelatie stuk zou lopen op haar ongeduldige pragmatisme, was haar meteen duidelijk geweest.

   ▸ Waarom zijn geliefden in een langeafstandsrelatie vrijgesteld van het EU-inreisverbod en mag naaste familie van buiten de Unie hier niet op familiebezoek? Een groep Nederlanders van buitenlandse afkomst wil dat weten van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.

   ▸ Terwijl veel mensen elkaar opzoeken op Valentijnsdag, moeten sommigen geliefden elkaar vanwege corona juist missen. Door de coronacrisis hebben sommige koppels met een langeafstandsrelatie elkaar vanwege gesloten grenzen al maanden niet gezien.

Synoniemen

• langeafstandrelatie

Gangbaarheid

• Het woord langeafstandsrelatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.