langeafstandrelatie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  langeafstandrelatie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lan·ge·af·stand·re·la·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  lange bn,   afstand zn  en  relatie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	langeafstandrelatie	langeafstandrelaties
verkleinwoord	langeafstandrelatietje	langeafstandrelatietjes

Zelfstandig naamwoord

de langeafstandrelatie v

1. een relaties waarbij de partners ver van elkaar wonen

   ▸ In die periode ontmoette ze ook haar eerste vaste vriend, Philipp, een jonge professor in de sociologie, met wie ze een gelukkige langeafstandrelatie onderhield tot ze ontdekte dat hij vreemdging.

   ▸ Voor een langeafstandrelatie hoeft de zangeres voorlopig niet te vrezen. ,,Hij heeft sowieso niet op de planning staan om weg te gaan uit Amsterdam. Op het moment dat dat zover is en we zijn nog steeds samen, misschien ga ik wel met hem mee.”

Gangbaarheid

• Het woord langeafstandrelatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.