• land·bouw·sec·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwsector landbouwsectoren
landbouwsectors
verkleinwoord

de landbouwsectorm

  1. alle bedrijvigheid die samenhangt met het verbouwen van de grond en het produceren van voedsel
    • Momenteel neemt niet alleen de verzilting toe. Ook de natuur verdroogt, de waterkwaliteit verslechtert, zwemmers moeten oppassen, onder andere voor blauwalg, en de landbouwsector, industrie en scheepvaart hebben steeds meer last van de droogte. [1] 
    • Het in beeld brengen van het boerenbestaan gebeurt de laatste jaren steeds vaker. Yvon Jaspers helpt vrijgezelle boeren al jaren uit de brand en ook in haar nieuwste programma Onze boerderij geeft zij een kijkje in de keuken van agrarische bedrijven. Volgens Reusink zorgt dit er niet voor dat mensen een vooroordeel hebben over de landbouwsector, integendeel zelfs. Ruesink: ,,Ik merk daar zelf echt helemaal niets van. [2] 
    • In december krijgt de landbouwsector toeslagen van de Europese Unie uitgekeerd, maar vanwege de aanhoudende hitte komt dat voor sommige boeren mogelijk te laat. Een overbruggingskrediet moet die boeren helpen om tot het einde van het jaar hun hoofd boven water te houden. [3]