• lam·biek
enkelvoud meervoud
naamwoord lambiek lambieken
verkleinwoord - -

de lambiekm

  1. (drinken) natuurlijk gegist Belgisch streekbier met een scherpe, zurige smaak, o.a. gebruikt als basisbier voor geuze, kriek of faro
64 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[4]
  1. Roel Mulder, Verloren bieren van Nederland, Houten 2017, p. 82; Jef Van den Steen, Geuze en kriek, Tielt 2011, p. 19.
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. lambiek op website: Etymologiebank.nl
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be