• la·bo
enkelvoud meervoud
naamwoord labo labo's
verkleinwoord labootje labootjes

het laboo

  1. (afkorting) laboratorium
40 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


labo

  1. vorm van -bo, verwijzend naar een woord van klasse 14 in bezit van een woord van klasse 5 : zijn, haar, ervan

labo

  1. vorm van -bo, verwijzend naar een woord van klasse 2 in bezit van een woord van klasse 5 : hun, ervan