Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laat·hof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laathof laathoven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het laathofo

  1. (juridisch) (historisch) onder het ancien régime een lagere rechtbank, gebonden aan een heerlijkheid
  2. (historisch) een door een leenheer geschonken hoeve
Synoniemen

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be