laatachttiende-eeuws

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laat·acht·tien·de-eeuws
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen laatachttiende-eeuws
verbogen laatachttiende-eeuwse
partitief laatachttiende-eeuws

Bijvoeglijk naamwoord

laatachttiende-eeuws

  1. afkomstig uit of met betrekking tot de decennia kort voor 1800
     In dit scenario was het verhaal dat zo verkregen werd dat van een laatachttiende-eeuws Nederlands reisverslag dat duidelijk schatplichtig bleek aan een Europese intellectuele traditie van ‘verlicht’ denken over niet-Europese volkeren en waarin een voortdurende spanning en ambivalentie viel op te merken.[1]
     Jarenlang handelde hij in laatachttiende-eeuwse meubels uit Frankrijk.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Houssine Alloul
    ‘Verlichte’ cultuurkritiek of paternalistische retoriek? : Representaties van de Turkse Andere in het reisverhaal van Pieter van Woensel. in: De Achttiende Eeuw., jrg. 42. nr. 2 (najaar 2010), Uitgeverij Verloren, Hilversum, p. 213 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  2.   Weblink bron
    Lenny Gerdes
    “Binnenkijken: een Amsterdams 'labyrint'” (16 januari 2016) op nrc.nl