Nederlands

 
1. Een pannetje met kwikwi.
Uitspraak
Woordafbreking
  • kwi·kwi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwikwi kwikwi's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kwikwiv / m

  1. (straalvinnigen) (voeding) benaming voor bepaalde soorten pantsermeervallen (familie Callichthyidae  ) die in Suriname als consumptievis zeer gewild zijn
     Ze snoof overdreven. ‘Hmmm, je pot ruikt lekker. Kwikwi?’ Hij knikte zonder op te kijken.[1]
      De Heer Gronovius zegt , dat het in de Rivieren van Suriname zig onthoudt , wordende aldaar Kwikwi genaamd.[2]
    1. vooral Hoplosternum littorale  , maar ook:
    2. Callichthys callichthys  
    3. Hoplosternum thoracatum  
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marylin Simons
    “Carrousel.” (2003), Okopipi, Paramaribo, ISBN 99914640903, p. 13 op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Martinus Houttuyn
    “Natuurlyke historie of uitvoerige beschryving der dieren, planten en mineraalen, volgens het samenstel van den heer Linnaeus”, deel 1 stuk 8 (1765), F. Houttuyn, Amsterdam, p. 120