• kwe·len

kwelen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kwelen
kweelde
gekweeld
zwak -d volledig
  1. liefelijk, sentimenteel zingen
    • De ene keer zingen ze countryliedjes voor een zaal oudere dames die stante pede verliefd worden op de mannen. De andere keer kwelen ze op The Strip van Las Vegas That's Amore voor een pasgetrouwd stelletje. Tussendoor drinken ze milkshakes in een ouderwetse diner, spelen cowboytje, wagen een gokje en deinzen terug bij de goed gevulde wapenkast bij een professionele pokeraar thuis. [2] 
    • Aan het begin van dit nieuwe jaar is Blaudzun ook als muzikant weer helemaal terug. Met Heavy Flowers maakte hij een folkrock-album vol stampende ritmes, kakelende banjo’s, kwelende mandolines en raspende ukeleles. Niet bepaald een voor de hand liggend instrumentarium zou je zeggen, maar daar is de man met de grote bril en de ravenzwarte haren het niet mee eens. [3] 
  2. vals zingen
79 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Angela de Jong 11-01-17 Bij Nick & Simon schijnt altijd de zon
  3. HP de Tijd RUUD MEIJER 13 JAN 2012 Zingen als God
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be