Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwar·tel·ei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwartelei kwarteleieren
verkleinwoord kwarteleitje kwarteleitjes

Zelfstandig naamwoord

het kwarteleio

  1. klein, bruingevlekt ei van een kwartel met een fijne smaak
    • Twee van haar borden prijken nu in het boek, gefotografeerd door Jan Bartelsman. Op het ene liggen knollen, wortels en spruitjes, rauw, alsof ze net uit de bodem zijn gehaald. Het andere, voorzien van een Twentse donderbezem die boze geesten afweert, toont 'Groenten van landgoed Singraven, met kwartelei en schuim van kefir'. [1] 
    • NVWA treedt op tegen fraude met kwarteleieren: De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Nederlandse Controle Autoriteit Eieren (NVAE) nemen „bestuursrechtelijke stappen” tegen eiergroothandel Eicom in het Gelderse Barneveld. Uit een donderdag uitgevoerde inspectie blijkt dat het bedrijf kwarteleieren uit Franse legbatterijen verkocht als Nederlandse scharrelkwarteleieren. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen