• kwant
  • Etymologie onduidelijk; mogelijk van het Mnl. quant, "sluw" en dan verder te herleiden tot het Latijnse cognitum (zie ook het Engelse quaint en het Oudfranse coint). Een andere mogelijkheid is een ontlening van het Latijnse quantus "belangrijk". [1]
  • In de betekenis van ‘vent’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1555 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwant kwanten
verkleinwoord kwantje kwantjes

de kwantm

  1. (informeel) merkwaardig iemand, meestal van het mannelijk geslacht
    • Wat een rare kwant is hij toch! 
54 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[3]