kwakzalverij
- kwak·zal·ve·rij
- Naamwoord van handeling van kwakzalven met het achtervoegsel -erij[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwakzalverij | kwakzalverijen |
verkleinwoord | kwakzalverijtje | kwakzalverijtjes |
de kwakzalverij v
- het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde
- oplichterij, bedrog
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kwakzalverij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.