Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kuk·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kukken
kukte
gekukt
zwak -t volledig

Werkwoord

kukken

  1. kussen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

de kukkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kuk

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Den Boon C.A. en D. Geeraerts
    Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal (2005) 14e druk, Van Dale Lexicografie Utrecht/Antwerpen; onder kokkelen2
  2. kukken op website: Etymologiebank.nl