kruisarm
- kruis·arm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisarm | kruisarmen |
verkleinwoord |
de kruisarm m
- het korte liggende hout van een kruis
- transept van een kruiskerk
- de twee aan twee elkaar kruisende balken van een rad
- Het woord 'kruisarm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruisarm" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be