kruippak
- kruip·pak
- samenstelling van kruipen ww en pak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruippak | kruippakken |
verkleinwoord | kruippakje | kruippakjes |
het kruippak o
- kledingstuk (voor heel kleine kinderen) waarbij topje en broek aan elkaar vast zitten
- soort pyjama waarbij broek en jasje één geheel vormen
- In de hal van het kantoor ontstond een worsteling om het pistool. De hoofdverdachte raakte gewond en werd opgehaald door een traumahelikopter – dezelfde middag verliet hij het ziekenhuismet zijn arm in een mitella. Jos en Elly van Stiphout reden in shock linea recta naar het politiebureau in Helmond. Daar werden ze allebei gearresteerd. Elly van Stiphout: „Ik moest me uitkleden, kreeg een kruippak aan. Vingerafdrukken. Foto’s.” Drie dagen en twee nachten zat zij vast voor verhoor. Haar man werd veroordeeld tot vijf jaar cel. [1]
- De mysterieuze dansformatie Baba Yega telt vijf (schijnbaar kale en oorloze) leden. Op het podium dragen ze maskers en identieke onesies (een soort kruippakken voor volwassen). Ze praten niet, ze dansen – vandaar die vreemde groet. [2]
- Het woord kruippak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC Esther Wittenberg 1 oktober 2010 Beroofd van een zorgeloos bestaan
- ↑ De Standaard 8 JANUARI 2017 Studio 100 had het niet beter kunnen bedenken