krommes
- krom·mes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krommes | krommessen |
verkleinwoord |
het krommes o
- (militair) (gereedschap) mes met een gekromd lemmet als gereedschap of als wapen
- ▸ Het enige wapen dat we hadden was het krommes van de Gurkha.[2]
- ▸ De agenten besloten daarop een huiszoeking te houden, daarbij troffen ze nog een hoop verboden wapens aan: een sabel, een kruisboog, 35 kruisboogpijlen van 1 centimeter, 15 kruisboogpijlen van 16 centimeter, 2 machetes, 13 messen, een karambit (een Aziatisch krommes), een revolver en 6 kogels, een loodjeskarabijn en 2 dozen loodjes.[3]
- Het woord krommes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krommes" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron L. Vogelaar“Duikbootcommandant in oorlogstijd” (02-05-2011), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Man met wapenarsenaal opgepakt in Anderlecht” (10 augustus 2011), De Morgen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be