• kren·king
enkelvoud meervoud
naamwoord krenking krenkingen
verkleinwoord krenkinkje krenkinkjes

de krenkingv

  1. daad of uitlating die krenkend bedoeld is of zo overkomt
    • Dat is een krenking op zich. 
80 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be