krats
- krats
- In de betekenis van ‘klein bedrag’ voor het eerst aangetroffen in 1916 [1]
- afgeleid van het Middelnederlandse cratsen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krats | kratsen |
verkleinwoord |
- een kleine som geld
1. een kleine som geld
- Het woord krats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krats" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "krats" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ krats op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be