Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kran·ten·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krantenman krantenmannen
krantenlieden
krantenlui
verkleinwoord krantenmannetje krantenmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de krantenmanm

  1. iemand die betrokken is bij de productie of verkoop van een krant
    • Krantenmannen zijn gewend aan het feit dat steeds minder mensen de krant lezen en er ook minder advertenties worden verkocht. 
Hyponiemen

Gangbaarheid