kramerij
- kra·me·rij
- Naamwoord van handeling van kramen met het achtervoegsel -erij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kramerij | kramerijen |
verkleinwoord | kramerijtje | kramerijtjes |
- spullen waar een kramer mee langs de deur kraamt.
- Het woord 'kramerij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.