• kraak·stem
enkelvoud meervoud
naamwoord kraakstem kraakstemmen
verkleinwoord kraakstemmetje kraakstemmetjes

de kraakstemv / m

  1. droog, scherp, schor klinkende stem
     'Hallo?'Het was Heer Rat, die, zoals hij met zijn kraakstem zei, 'het nieuwe huis kwam inzegenen'.[1]
     Spreekstalmeester Erik van Muiswinkel (met het privé-strikje van Mai Spijkers). Erik heeft vele stemmetjes in portfolio, waaronder deze avond de nasale kraakstem van wijlen Gerrit Komrij.[2]
  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron
    Geschreven door:Edwin van Sas
    “Boekenbal 2013: de foto’s” (18/03/2013), HP de Tijd