koste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kos·te
Woordherkomst en -opbouw
- kost met de uitgang -e
Zelfstandig naamwoord
koste
- datief mannelijk van kost, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
- ten koste van
nadeel dat een succesvolle actie met zich meebrengt; de prijs van een succesvolle handeling
- • Topman en commissarissen bij bedrijven houden elkaar de hand boven het hoofd, ook al gaat dit ten koste van het bedrijf [1]
- • Door de jaren heen ben ik erg effectief geworden om deadlines te halen, maar dat gaat soms ten koste van de sfeer in het team op mijn werk. [2]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kosten |
koste
- aanvoegende wijs van kosten
- Hij wilde het koste wat het kost hebben.
Uitdrukkingen en gezegden
Gangbaarheid
- Het woord 'koste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koste" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Woordafbreking
- kos·te
Naar frequentie | 3076 |
---|
Zelfstandig naamwoord
koste, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van kost
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /kɔstɛ/
Woordafbreking
- kos·te
Zelfstandig naamwoord
koste