kosmografie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kosmografie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kos·mo·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wiskundige aardrijkskunde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kosmografie | kosmografieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kosmografie v
- (wetenschap) een wetenschap die alles beschrijft en berekend wat met de kosmos (het heelal) te maken heeft
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kosmografie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "kosmografie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kosmografie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).